English        Հայերեն

Last updated 21 May 2019

Persbericht – Press Release – Մամլո հաղորդագրություն

Federatie Armeense Organisaties Nederland • FAON

Persbericht
Tweede Kamer spreekt over hatespeech Erdogan over Armeense genocide

Den Haag, 20 mei 2019 – De Federatie Armeense Organisaties Nederland (FAON) heeft de lakse reactie afgewezen die Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken gaf op de oproep vanuit de Tweede Kamer om de onacceptabele woorden over de Armeense genocide van de Turkse president Erdogan op 24 april 2019, de herdenkingsdag van de Armeense genocide, te veroordelen.

Tijdens het Turkije debat in de Kamer (op 15 mei 2019) werd de minister door verschillende partijen aangespoord de ontoelaatbare ontkenningspraktijken te veroordelen, waarbij president Erdogan sprak over “Armeense bendes die moslims vermoordden” en “relocaties als meest zinnige maatregel in die periode”.

Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie) riep bij zijn pleidooi ook de nog altijd geldende motie Rouvoet in herinnering, waarin de Kamer unaniem de regering heeft opgedragen de erkenning van de Armeense genocide voortdurend en nadrukkelijk te agenderen in het overleg met Turkije. Deze motie uit 2004, de eerste waarbij de Kamer unaniem de Armeense genocide erkende, is talloze malen aan de orde geweest in de Kamer waar het gaat om de situatie in Turkije in het algemeen en die van de ontkenning van de Armeense genocide in het bijzonder.

Ook Kamerleden Martijn van Helvert (CDA) en Kees van der Staaij (SGP) maakten een belangrijk punt van een noodzakelijke Nederlandse reactie op de ongehoorde uitspraken van de Turkse president.

Minister Blok maakte zich in zijn antwoord op deze dringende vragen over, in zijn woorden, “de kwestie van de Armeense genocide” af, door te zeggen dat hij niet voortdurend ging reageren op wat er allemaal gezegd wordt.

De FAON vindt deze bagatelliserende reactie getuigen van een verregaand en gevaarlijk politiek opportunisme. De minister moest in het debat diverse malen verantwoording afleggen voor de wijze waarop hij de betrekkingen met Turkije niet alleen hersteld heeft maar ook uitbreidt en over de naïviteit van de Nederlandse hoop verbeteringen van de rechtsstaat in Turkije te kunnen bereiken door vergroting van de handelsbetrekkingen.

Erdogan en Armeense genocide
In een speech tijdens een symposium over nationale archieven en historisch onderzoek en in een tweet op 24 april ging Erdogan op ongekende wijze tekeer, waarbij hij suggereerde dat de Turkse archieven de waarheid over de geschiedenis aan het licht brengen. Hij sprak in termen van “Armeense bendes die moslims vermoordden”, waardoor de deportaties van de Armeniërs “de meest zinnige maatregel” waren. Hij richtte zich voorts vol haat tot Frankrijk, waar dit jaar 24 april tot een nationale dag van herdenking van de Armeense genocide werd uitgeroepen.

Ontkenning en omkering van de feiten van de Armeense genocide zijn reeds decennia de kern van de Turkse ontkenningspolitiek. Velen, zoals de Nederlandse regering meenden de afgelopen jaren in enkele onduidelijke uitlatingen van “medeleven met Armeniërs” vanuit Turkije, een positieve ontwikkeling te kunnen zien, maar de recente uitlatingen laten niet alleen zien dat er aan de ontkenningspolitiek niets is veranderd, maar bovendien dat Erdogan er niet voor terugdeinst om over de hoofden van onschuldige slachtoffers heen haat te zaaien. Dit is gevaarlijk en onaanvaardbaar. Er zou juist een begin gemaakt moeten worden met het eindelijk onder ogen zien van de zwarte bladzijden in de geschiedenis.

Nederland
In Nederland tracht de Armeense gemeenschap juist op een vreedzame en waardige wijze de herinnering aan de slachtoffers van de Armeense genocide levend te houden. Hierbij wordt rekening gehouden met de Turkse gemeenschap, en waar mogelijk wordt deze hierbij betrokken, zoals bij de landelijke herdenking op 24 april 2019 in Assen, waar bij het Armeense genocide monument ook een gezamenlijke kranslegging plaatsvond van Armeense, Turkse en Koerdische jongeren.

Bij de hervatting van de diplomatieke betrekkingen tussen Turkije en Nederland werd recent door Minister Blok gesproken over de vele pilaren waar deze op rusten. Aangenomen werd dat Nederland de flagrante ontkenning in genoemde uitspraken op krachtige wijze zou veroordelen en Turkije hierop aanspreekt.

De FAON wijst erop dat de Tweede Kamer al in 2004 de regering opdracht heeft gegeven de erkenning van de Armeense genocide telkens in de besprekingen met Turkije te agenderen. Ook los van deze motie is een reactie op dit moment noodzakelijk. Ook in latere uitspraken heeft de Tweede Kamer de Armeense genocide expliciet erkend, zoals in februari 2018 met de vrijwel unanieme motie Voordewind. Dit is een moment dat de regering niet kan zwijgen. Zelfs in de door de FAON fel bekritiseerde en onjuiste visie van de regering, dat de regering de term genocide juridisch niet in de mond zou kunnen nemen, kan Nederland, dat zich sterk maakt voor internationaal recht, niet zwijgen. Wie zwijgt, stemt toe!

Back to Top

---

Federation of Armenian Organisations in the Netherlands • FAON

Press Release
Dutch Parliament discusses Erdogan’s Hate Speech on Armenian Genocide

The Hague, 20 May 2019 – The Federation of Armenian Organisations in the Netherlands (FAON) has rejected Foreign Minister Stef Blok's lax response to the call from the House of Representatives to condemn the unacceptable words about the Armenian Genocide by Turkish president Erdogan on 24 April 2019, the commemoration day of the Armenian Genocide.

During the debate in the Chamber on 15 May 2019 on the situation in Turkey, the minister was urged by various factions to condemn the inadmissible denial practices by Turkish President Erdogan, who stated that “the relocation of the Armenian gangs and their supporters, who massacred the Muslim people, was the most reasonable action that could be taken in such a period”.

In his plea, MP Joël Voordewind (ChristianUnion – CU) recalled also the still valid motion by Rouvoet, in which the Chamber unanimously instructed the government to put constantly and explicitly the recognition of the Armenian Genocide on the agenda in the dialogue with Turkey. This motion from 2004 is the first unanimous recognition of the Armenian Genocide by Dutch Parliament. The motion has been quoted countless times in the Parliament, when the human rights situation in Turkey in general and the denial of the Armenian Genocide in particular has been discussed.

MPs Martijn van Helvert (Christian Democratic Appeal – CDA) and Kees van der Staaij (Reformed Political Party – SGP) also made an important point, that a Dutch response is necessary to the unheard statements made by the Turkish president.

Minister Blok dismissed these urgent questions about, in his words, "the issue of the Armenian Genocide", by saying that he will not respond each time to what other people say.

The FAON believes that the trivialising responses of the Minister are an evidence of a far-reaching and dangerous political opportunism. In the discussions, the Minister had to answer several times the question about the method used not only to restore the relations with Turkey but also expand them. The question has also been raised if it wouldn’t be naïve to hope that by increasing trade relations, it will be possible to achieve improvements in the rule of law in Turkey.

Erdogan and Armenian Genocide
In a speech at a symposium on national archives and historical research and in a tweet on 24 April 2019, President Erdogan raged in unprecedented ways, suggesting that the Turkish archives uncover the truth about history. He spoke in terms of "Armenian gangs killing Muslims", making the deportations of the Armenians "the most reasonable action". He also addressed France full of hatred, where this year 24 April was declared a national day of commemoration of the Armenian Genocide.

Alteration and denial of the facts around the Armenian Genocide have been at the heart of Turkey's denial policy for decades. Like the Dutch government, many have presumed to show a positive development trough vague statements about ''compassion with Armenians'' from Turkey, but the recent comments show not only that the policy of denial has not changed, but as well that Erdogan will not hesitate to spread hate over the backs of innocent victims. This is a dangerous and unacceptable fact. In fact, a start should be made finally to face the black pages in history.

The Netherlands
In the Netherlands, the Armenian community tries to keep the memory of the victims of the Armenian genocide alive in a peaceful and dignified manner. The Turkish community is taken into account here, and where possible it is involved, such as at the national commemoration on 24 April 2019 in Assen, where the Armenian genocide monument also involved a joint wreath laying of Armenian, Turkish and Kurdish youth.

At the resumption of diplomatic relations between Turkey and the Netherlands, Minister Blok recently spoke about the many pillars on which they rest. It was assumed that the Netherlands would strongly condemn the flagrant denial in the aforementioned judgments and that Turkey would be challenged.

The FAON points out that in 2004 the House of Representatives had already instructed the government to put the recognition of the Armenian Genocide on the agenda in negotiations with Turkey. Also, apart from this motion, an appropriate response is necessary. The Parliament also explicitly recognised the Armenian Genocide in later rulings, such as in February 2018 with the virtually unanimous adoption of Motion by MP Voordewind. This is a moment when the government cannot remain silent. Even in the mistaken view of the government, that the government could not legally use the term genocide, which is strongly criticised by FAON, the Netherlands, which advocates international law, cannot remain silent. Silence is equivalent to consent!

Back to Top

---

Back to Top